- In de nieuwste norm is een Bijlage C opgenomen. Deze onderschrijft het belang van de visuele – en niet-visuele effecten van licht. Hierbij gaat het dan om de effecten van Human Centric Lighting. Dit is nog geen aanbeveling omdat er op internationaal niveau nog geen eenduidige lijn is over de toepassing van deze Human Centric Lighting systemen in de praktijk.
- In de nieuwe norm is meer aandacht voor de vereisten voor reflecties van het plafond, muren en vloer en voor de cilindrische verlichtingssterkten worden mee opgenomen in de tabellen, waar dit voorheen enkel in de tekst stond beschreven. Daarmee wordt het belang van deze parameters extra onderstreept. Dit zal in de praktijk zorgen voor een aangenamer ruimtelijk gevoel in ruimten. De aanbevolen reflectie coëfficiënten van de vloer worden in de nieuwe norm verhoogd van 20-40% (0.2-0.4) naar 20-60% (0.2-0.6). Die voor typisch glazen binnenwerk was nog niet omschreven in de 2011 norm, maar wordt voor de 2021 versie vastgelegd op 10% (0.1).
- Een nieuw hoofdstuk over ontwerp beschouwingen is toegevoegd. Hierin wordt aandacht besteed aan hoe er met de normen in de praktijk moet worden omgegaan. Dit hoofdstuk moet voorkomen dat er voor inferieure en goedkope oplossingen kan worden gekozen die op papier tijdens oplevering wellicht voldoen aan de norm, maar in de praktijk niet voldoen.
- De relatie werkplek vs. directe omgeving vs. de achtergrond wordt beter toegelicht in de norm.
- De vereisten voor verblinding (UGR / RUGL) met verduidelijking van afscherming van lichtbronnen worden beter uitgelegd. Daarbij is er ook een bijlage opgenomen (Bijlage B) over UGR in niet ‘standaard situaties’. In de 2011 versie wordt gerekend met de UGR-formule. Die is niet langer terug te vinden in de nieuwe norm, hier wordt gewerkt met de UGR-tabellenmethode.
- Items als flicker en stroboscopisch effect worden (beperkt) toegelicht.
Webinars
Begin dit jaar organiseerde de TRILUX Akademie een webinar over dit onderwerp. Via deze link kun je het webinar op je gemak eens terugkijken.