HOGERE VEREISTEN VERLICHTINGSNIVEAUS
De behoeften van meerdere categorieën gebruikers worden per zientaak in de tabellen aangegeven: naast de minimum vereisten, zijn er nu ook hogere vereisten naar verlichtingsniveaus aangegeven in de tabellen. Waar voorheen pertinent werd aangegeven in bijvoorbeeld een kantoorsituatie dat je 500 lux op het werkvlak nodig had, wordt in de nieuwe versie van deze norm voorgeschreven dat je misschien wel 500 lux, of misschien 750 lux of 1000 lux nodig hebt.
Dit wordt in de opeenvolgende schaal van verlichtingssterkte gedefinieerd:
5 – 7,5 – 10 – 15 – 20 – 30 – 50 – 75 – 100 – 150 – 200 – 300 – 500 – 750 – 1000 – 1500 – 2000 – 3000 – 5000 – 7500 – 10000 lux.
Hiermee voorziet de norm ook in een advies te kiezen voor een hogere luxwaarde in bijzondere situaties in een bepaalde omgeving. Een voorbeeld: in circulatiegebieden en gangen schrijft de norm nog steeds een minimum voor van 100 lux. Dat is voldoende als er zich enkel mensen door deze gebieden begeven. Als er in deze circulatiegebieden en gangen echter sprake is van bewegingen door voertuigen, wordt 150 verlangd. (1 stap hoger in de schaal van verlichtingssterkte 100 > 150 lux).
WANNEER KIEZEN VOOR EEN HOGER VERLICHTINGSNIVEAU?
Hiervoor is een soort van checklist opgesteld met zaken die van invloed zijn op de benodigde lichtsterkte. Op basis van onderstaande lijst ga je de situatie langs en bepaal je wat van toepassing is en wat niet. Zodra er in onderstaande lijst 1-2 zaken van toepassing zijn voor de visuele taak, ga je 1 stap hoger in de schaal van verlichtingssterkte dan door de norm als minimum beschreven. Wanneer er meer dan 2 zaken van toepassing zijn, ga je 2 stappen hoger in de schaal.
- De visuele taak (het soort werk) is bepalend (ook op basis van leeftijd en ervaring uitvoerder)
- Afwegen hoe fouten vermeden kunnen worden (wat-als-analyse)
- Indien hogere nauwkeurigheid en concentratie benodigd zijn
- Bij ongewoon kleine detailwaarneming en slecht contrast
- Taken met ongewone duurtijd
- Taken met zeer weinig of geen daglichttoetreding
- Lager gezichtsvermogen van de gebruiker dan normaal
Bijkomende aanbeveling: indien het merendeel van de werknemers ouder dan 50 jaar is, worden 2 stappen op de schaal van verlichtingssterkte aangeraden. Voor kantoren dus van 500 naar 1000 lux.
WANNEER KIEZEN VOOR EEN LAGER VERLICHTINGSNIVEAU?
In sommige gevallen is het ook toegestaan om een lager verlichtingsniveau te hanteren dan in de norm voorgeschreven. Het is dan van belang om dit juist te onderbouwen. Ook weer een voorbeeld: denk aan het opberghok voor de schoonmaakspullen op kantoor. Daar wordt in feite niet gewerkt, of daar 100 of 50 lux aanwezig is dat is niet van belang. De spullen moeten worden waargenomen en uit de kast gehaald. Hiervoor zijn ook twee zaken opgesomd die hiervoor getoetst kunnen worden:
- Ongewoon grote detailwaarneming of zeer grote contrasten
- De zientaak is van ongewoon korte duur
HOE DIT IN PRAKTIJK TOE TE PASSEN?
Een eenvoudige stap is door het standaard kiezen voor dimbare verlichting waarbij in de aanschaf wordt gekozen voor over dimensionering van de installatie. In de praktijk kan dit dan worden teruggeschroefd door middel van daglicht en aanwezigheidsdetectie of doormiddel van CLO. Ook individuele controle over armaturen per gebruiker kan hier een uitstekende keuze zijn. Denk bijvoorbeeld aan persoonlijk regelbare verlichtingssterkte op een staande of tafelarmatuur, zoals de Bicult LED.
WEBINAR
Begin dit jaar organiseerde de TRILUX Akademie een webinar over dit onderwerp. Via deze link kun je het webinar op je gemak eens terugkijken.